Het kabinet heeft besloten om de maatregelen van het minimumtarief en de zelfstandigenverklaring niet verder uit te werken. Een goed alternatief is voor beide maatregelen ook niet voorhanden. Ook zijn er inmiddels stappen gezet richting de webmodule.
Minimumtarief
Voor het minimumtarief is het tarief dat een zelfstandige per uur verdient het uitgangspunt. Om dit tarief vast te stellen is er een administratie nodig van gewerkte uren en gemaakte kosten bij de opdrachtnemer. Voor de administratie zijn (in)directe uren en (in)directe kosten relevant. Het is echter niet duidelijk op welke wijze het uurtarief moet worden berekend. Het proces rondom het vaststellen van het tarief is dan ook zeer complex en moeilijk uitvoerbaar voor alle zelfstandigen. Een hiermee samenhangend knelpunt is dat als er geen administratieve verlichting is voor het aantonen van het uurtarief, de opdrachtgever het uurtarief niet kan controleren om te zien of hij het minimumtarief betaald. Hierdoor is effectieve bestuursrechtelijke handhaving niet mogelijk.
Zelfstandigenverklaring
De vaststelling van het tarief en de bestuursrechtelijke handhaving spelen ook een rol voor de zelfstandigenverklaring. Het gebruik van de zelfstandigenverklaring is namelijk ook gekoppeld aan een uurtarief. Ook hier is gebleken dat het vaststellen van het tarief als zeer complex wordt ervaren en de administratieve lasten hoog zijn.
Webmodule
Daarnaast wordt er op dit moment gewerkt aan een webmodule. De webmodule geeft opdrachtgevers duidelijkheid en waar mogelijk zekerheid over de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffing. Het gebruik van de webmodule zal geen verplichting zijn, het wordt gezien als hulpmiddel voor opdrachtgevers die twijfelen aan de kwalificatie van een arbeidsrelatie. De verwachting is dat het kabinet dit najaar zal starten met een pilot, in de pilotfase hebben de uitkomsten nog geen juridische status.
Om de webmodule een uitkomst te kunnen laten geven, is aan afzonderlijke vragen of aan bepaalde combinaties van vragen een aantal punten toegerekend. Hoe minder punten de beantwoording van de vragenlijst scoort, hoe meer dit duidt op werken buiten dienstbetrekking, en visa versa. Er bestaat echter een zekere mate van discrepantie tussen de uitkomsten op basis van de weging en de uitkomsten op basis van de beoordeling door deskundigen vanuit diverse disciplines. Dat brengt met zich mee dat er een risico bestaat dat er op basis van de webmodule geen opdrachtgeversverklaring wordt afgegeven, terwijl er wel degelijk buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Als een werkgever de webmodule naar waarheid invult en er dienovereenkomstig wordt gewerkt, dan moet de Belastingdienst de opdrachtgeversklaring honoreren.
Naast het afgeven van een opdrachtgeversverklaring, zal de webmodule ook een indicatie dienstbetrekking afgeven. Dit om duidelijkheid te scheppen over de aard van de arbeidsrelatie. Bij het afgeven van de indicatie dienstbetrekking is het gewenst om te bezien of de wijze waarop de arbeidsverhouding wordt vormgegeven moet worden herzien. Als de webmodule geen oordeel kan geven (bijvoorbeeld omdat er in de desbetreffende branche of sector specifieke omstandigheden een rol spelen) dan kan de opdrachtgever gebruik maken van de andere instrumenten die duidelijkheid geven over de aard van de arbeidsrelatie.
Ook belangrijk om te weten is dat er geen registratie is van de afgegeven opdrachtgeversverklaringen. Dit omdat de webmodule anoniem zal worden ingevuld.
Handhaving
Tot 1 januari 2021 wordt er niet gehandhaafd. In het najaar zal het kabinet een beslissing nemen over de handhaving.