Lange wachttijden voor de WIA-beoordeling, discussies of iemand wel of niet duurzaam arbeidsongeschikt is, terugval naar een uitkering gerelateerd aan minimumloon. Dit zijn een paar van de huidige problemen rondom de WIA-wetgeving. De OCTAS commissie heeft daarom, op verzoek van de minister, oplossingsrichtingen uitgewerkt om de WIA te verbeteren. Op 29 februari hebben zij hun rapport gepresenteerd. Indien dit advies wordt opgevolgd, wat zijn dan de consequenties voor u als werkgever?
De commissie oordeelt dat het stelsel in de kern goed is, maar verbeteringen noodzakelijk zijn. Dit is iets waar Robidus zich in kan vinden. In de wandelgangen wordt de Wet WIA immers al ‘Wat Ingewikkeld Allemaal’ genoemd.
Essentie van het adviesrapport
De commissie schetst 3 oplossingsrichtingen voor een nieuw arbeidsongeschiktheidsstelsel. Naast totaal nieuwe varianten gebaseerd op een re-integratieuitkering naar Scandinavisch model en een basisverzekering voor alle werkenden lijkt het verbeteren van het huidige stelsel het meest voor de hand te liggen. Deze is, hoewel al best verstrekkend, het minst ingrijpend en door de commissie ook het meest uitgewerkt.
Uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar
In de onderzoeksopdracht gold als uitgangspunt dat het stelsel in de toekomst uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar moet zijn. In de voorgestelde verbeteringen komen een aantal zaken terug die vooral op de uitvoerbaarheid en uitlegbaarheid betrekking hebben. Hier zit echter wel een prijskaartje aan, met een geraamde toename in kosten van grofweg tussen de € 1 en 2 miljard staat de betaalbaarheid ter discussie. De verwachting is dat deze rekening via de gedifferentieerde en algemene werkgeverpremies vooral bij de werkgever zal komen te liggen
Begrip duurzaamheid
In de WIA wetgeving speelt het begrip duurzaamheid een belangrijke rol. Werknemers die meer dan 80% arbeidsongeschikt zijn en waar geen verbetering verwacht wordt, krijgen nu een IVA-uitkering. Voor de werknemer betekent dit een hogere uitkering (75%) en voor de werkgever geen toerekening van de IVA-uitkeringslasten.
Maar wat is “duurzaam”? Pierre Koning, lid OCTAS en hoogleraar Arbeidsmarkt en Sociale Zekerheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam legt, in een podcast, uit waarom de commissie adviseert om het begrip duurzaam uit de WIA te halen en daarmee de IVA af te schaffen: “Wij willen het systeem versimpelen naar één WIA. Hierin stel je wel nog steeds vast wat iemands percentage arbeidsongeschiktheid is, maar je toetst niet meer op duurzaamheid. Het is namelijk heel ingewikkeld en kost veel tijd om een toekomstverwachting te schetsen in hoeverre de arbeidsongeschiktheid van een werknemer permanent is.”
Wat het gevolg van de afschaffing van de IVA voor werkgevers betekent, is nog niet volledig duidelijk. Wel spreekt de commissie over een verlaging van de toerekeningsduur van alle WIA-uitkeringen naar minimaal 5 jaar om zo de uitbreiding van de doelgroep te compenseren.
Vervroegde IVA
Wat er precies gaat gebeuren met de huidige vervroegde IVA-regeling is nog niet duidelijk. Wel spreekt het rapport dat een aanvraag voor verkorte wachttijd voor ‘mensen in een uitzichtloze situatie’ mogelijk moet blijven. Hierdoor vervalt de re-integratieverplichting voor de werknemer en de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever.
Uitkeringshoogte: 70% maal het arbeidsongeschiktheidspercentage
Voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten kan de WGA-uitkering na een loongerelateerde periode dalen naar een uitkering op basis van het minimumloon. De commissie vindt dit onwenselijk en adviseert om de WIA volledig loongerelateerd te maken, waarbij de uitkering gebaseerd wordt op basis van 70% van het arbeidsongeschiktheidspercentage.
Concreet: iemand die 50% arbeidsongeschikt raakt, ontvangt een uitkering van 35% (70%van 50%) van het laatste (gemaximeerde) loon.
Reikwijdte WIA wordt groter
Tevens wil de commissie de ondergrens voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid verlagen van 35 naar 25%. Dit betekent dat meer mensen in de WIA zullen stromen en daarmee een uitkering ontvangen.
Dit terwijl er al grote tekorten zijn op de arbeidsmarkt.
Advies bedrijfsarts
De bedrijfsarts speelt nu alleen in de tweejaarlijkse verzuimperiode een grote rol. De commissie wil dat ‘vertrouwen in de bedrijfsarts’ een grote rol gaat spelen in de WIA-beoordeling.
Een sterke verbetering voor werkgevers is het niet langer controleren van het advies van de bedrijfsarts bij toetsing van het re-integratieverslag, waarmee loonsancties om die reden tot het verleden behoren.
Stimuleren arbeidsparticipatie
Een voordeel uit het advies voor werkgever en werknemers is dat de no-riskpolis sneller ingezet kan worden dan nu. Zeker in deze tijd van arbeidstekorten helpt dit om gedeeltelijk arbeidsongeschikten een werkplek te bieden.
Het uitbreiden van de zogenaamde no-riskpolis naar langdurig zieken kan een enorme stimulans geven aan tweede spoor re-integratie. Dit en andere maatregelen moet de re-integratie van mensen met een arbeidsbeperking sterk gaan stimuleren.
Conclusie
Voor werknemers wordt meer zekerheid gecreëerd door verlaging van de ondergrens naar 25% arbeidsongeschiktheid, een reëlere arbeidsbeoordeling en door de uitkeringshoogte in alle gevallen te koppelen aan het arbeidsongeschiktheidspercentage. Het is jammer om te zien dat in een tijd waarin arbeidscapaciteit schaars is, de nadruk op arbeidsongeschiktheid komt te liggen terwijl dat binnen de huidige WIA juist op de geschiktheid om aan het werk te gaan ligt.
Het past in deze tijd om de mens centraal te stellen. Net als het feit dat de commissie ‘Meer aandacht, vertrouwen en zekerheid’ als uitgangspunt neemt. Echter, het prijskaartje daarvan (grofweg tussen de € 1 en 2 miljard) is fors.
Tot slot benadrukt de commissie dat het om schetsen gaat en roept daarbij op tot verdere uitwerking in samenspraak met de mensen met een arbeidsbeperking, professionals, uitvoeringsorganisaties en werkgevers. Het zal dan ook naar verwachting nog enkele jaren duren voordat een nieuw stelsel daadwerkelijk in werking treedt.