In het sociaal akkoord van 2013 hebben het kabinet en sociale partners afgesproken om per 2026 125.000 extra banen te creëren bij reguliere werkgevers voor mensen met een arbeidsbeperking. Omdat de oorspronkelijke Wet banenafspraak te ingewikkeld is, ligt er nu een wetsvoorstel om het eenvoudiger te maken. Zodat niets het realiseren van de 125.000 banen op de lange termijn in de weg staat.
De vereenvoudigde Wet banenafspraak zal zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande instrumenten. Er blijven peilmomenten en een quotumregeling als stok achter de deur.
Een banenafspraak voor iedereen
De vereenvoudiging ligt in het afschaffen van de opsplitsing van de overheid en marktsector. Er komt één banenafspraak voor alle werkgevers in Nederland waarbij het niet belangrijk is waar iemand werkt, maar dát iemand werkt. Er zal dus niet meer per sector worden bijgehouden hoeveel banen er zijn gerealiseerd, maar dit zal op totaalniveau zijn.
Quotum: goed gedrag wordt beloond
Indien het gewenste aantal banen niet gehaald lijkt te worden kan de overheid een quotumregeling activeren. Er komt dan een inclusiviteitsopslag die afhankelijk is van de gemaximeerde loonsom (dus niet meer op FTE niveau). Deze opslag zal worden geheven via de Aof-premie.
Naast de premieheffing, zal er bij activering van het quotum een beloningssysteem komen voor werkgevers die meer doen dan de quotum regeling van hen vraagt. Voor de bonus wordt aangesloten bij het Loonkostenvoordeel banenafspraak. Bij activering van het quotum zal het Loonkostenvoordeel worden verhoogd.
Als het wetsvoorstel wordt aangenomen zal er ook een wijziging plaatsvinden in het loonkostenvoordeel (LKV) voor de banenafspraak en scholingsbelemmerden. Vanaf 2024 zal het LKV banenafspraak structureel beschikbaar worden gesteld (i.p.v. maximaal 3 jaar). Werkgevers kunnen het LKV banenafspraak vanaf 2024 ook toepassen voor medewerkers waarvoor de maximale termijn reeds is toegepast. Daarnaast is vanaf 2024 de doelgroepverklaring banenafspraak niet meer nodig, registratie in het doelgroepregister zal voldoende bewijs zijn om de indicatie in de loonaangifte aan te zetten. Om de periode tot 2024 te overbruggen kan de werkgever vanaf 2022 zelf een doelgroepverklaring aanvragen bij UWV, zonder dat daarvoor een machtiging nodig is van de betreffende medewerker.