De rechtbank vernietigt een besluit van het UWV met betrekking tot de hoogte van een WIA-uitkering. Hoewel het UWV de wetgeving juist toepast, mocht men volgens de rechtbank niet vasthouden aan strikte toepassing daarvan, nu dit voor betrokkene onevenredig nadelige gevolgen zou hebben.
Na afronding van haar studie startte een vrouw bij haar eerste fulltime werkgever. Na 2 maanden meldt de vrouw zich ziek, ze blijkt een hersentumor te hebben. Later wordt nog een tumor geconstateerd in haar borst. Behandeling is niet meer mogelijk. Haar situatie is terminaal.
Zij vraagt een WIA-uitkering aan bij UWV, die wordt toegekend. UWV stelt deze vast op een maandelijkse uitkering van circa eur 180,-.
Startersregeling
Bij de berekening van de hoogte van de WIA-uitkering wordt uitgegaan van het loon dat iemand Het jaar voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid heeft verdiend. Door toepassing van de zogenaamde ‘startersregeling’ zou het gemiddelde dagloon van eiseres worden berekend over de periode waarin zij daadwerkelijk geld heeft verdiend en niet het hele jaar voorafgaand aan de aanvraag. Hiermee zou een lage uitkering als hierboven genoemd worden voorkomen.
Echter, voor de WIA geldt dat deze periode begint in de eerste maand dat je loon hebt ontvangen in het refertejaar. De betreffende vrouw werkte tijdens het refertejaar nog een dag bij haar oude bijbaan. Door die ene dag werk tijdens haar studie komt deze vrouw niet in aanmerking voor de startersregeling.
Rechtbank
De vrouw vroeg de rechtbank of het mogelijk is om voor haar een uitzondering te maken op de berekeningswijze van haar uitkering gezien de onrechtvaardige uitkomst. Hoewel het UWV de wetgeving juist toepast, mocht volgens de rechtbank niet vastgehouden worden aan de strikte toepassing daarvan. De rechtbank oordeelt dat dit voor de vrouw onevenredig nadelige gevolgen heeft, waardoor het UWV de wetgeving buiten beschouwing had moeten laten.
De rechtbank refereerde in dit oordeel ook aan UWV brief aan de Minister, zomer 2021, waarin zij de berekeningswijze van het dagloon voor de WIA een knelpunt noemt. Aangezien het UWV nog in hoger beroep kan gaan bij de Centrale Raad van beroep is de einduitkomst “nog” geen vaststaand feit.
Uitzonderlijk
Van de bevoegdheid om wetgeving buiten toepassing te verklaren wordt niet vaak gebruik gemaakt, omdat de rechter expliciete keuzes van de wetgever moet respecteren. In dit specifieke geval bestaat daar dus toch aanleiding voor.