Op dit moment genieten de payroller en uitzendkrachten arbeids-juridisch dezelfde status. Maar dit verandert, door de komst van de WAB.
Wanneer is volgens de WAB sprake van payrolling?
Hoewel payrolling als een vorm van uitzending wordt gezien, zijn het toch twee wezenlijk andere rollen. Een uitzendkracht wordt door een uitzendbureau geworven en bij een organisatie geplaatst. Hiermee wordt voldaan aan de allocatiefunctie: het bijeenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Payrolling wordt in de WAB als volgt omschreven: De werknemer is geworven door de organisatie waar hij of zij gaat werken (de inlener). In de basis betekent dit dat de overeenkomst niet is voortgekomen uit de allocatiefunctie. Daarnaast werkt de werknemer in principe exclusief voor de inlener. Alle arbeids-juridische zaken komen echter bij een payrollbedrijf te liggen, niet bij de werkgever.
Een werknemer krijgt ook de status van payroller als hij of zij door een intern uitzendbureau wordt ingezet om voor verschillende bedrijven binnen hetzelfde concern te werken. Dit wordt intra-concern uitzenden genoemd.
Andere status
Onder de Wet werk en zekerheid (WWZ) genieten payrollers dezelfde status als uitzendkrachten. Met de WAB verandert dit: payrollkrachten krijgen dezelfde rechtspositie en beloning als werknemers die rechtstreeks in dienst zijn. Alleen in de CAO kan ten nadele voor de werknemer van de wettelijke bepalingen worden afgeweken. De grootste veranderingen voor payrollers vanaf 1 januari 2020 zijn hier onder elkaar gezet:
- Voor payrollkrachten geldt dezelfde ketenregeling als voor reguliere werknemers;
- Payrollkrachten genieten dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden;
- Als de inlener zelf geen werknemers in dienst heeft, hebben payrollwerknemers recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden die collega’s in dezelfde of gelijkwaardige functie in de branche werkzaam zijn;
- De inlener moet de werknemer schriftelijk op de hoogte stellen van een payrollovereenkomst;
- De ketenregeling treedt na 26 weken in werking. Er is een verruimde ketenregeling mogelijk.
Iets wat niet in de WAB is opgenomen, maar wel op de planning staat: pensioen. Er wordt gesproken van een ‘adequaat’ pensioen voor payrollwerknemers. Deze regeling zal per 2021 in werking treden.
Wat betekent dit voor de werkgever?
De verruimde rechten voor payrollkrachten zorgen ervoor dat de kosten voor de werkgever toenemen, wat payrolling een minder aantrekkelijk model maakt. Bovenstaande wijzigingen maken dat payrolling alleen nog vanuit een administratief oogpunt interessant is. Een payrollbedrijf wordt daarmee gereduceerd tot een (loon)administratieve organisatie. De kans bestaat dat de payroller voortaan in directe dienst bij de inlener – of werkgever – treedt, waardoor deze rol op termijn in zijn geheel zou kunnen verdwijnen.
Download onze whitepaper voor meer informatie over de WAB.